Bart Swings achter gangmaker Walter Huybrechts.
Het Wielercentrum Antwerpen in deelgemeente Wilrijk kondigde maandagvoormiddag een mystery guest aan voor het Antwerps dernycriterium. Organisatrice Joyce Foubert toverde – verscholen achter de brede schouders van de populaire gangmaker Walter Huybrechts – niemand minder dan Bart Swings tevoorschijn. De Leuvense schaatser pakte op de voorbije Winterspelen in het Zuid-Koreaanse Pyeongchang zilver op de massastart. En omdat een schaatser als training veel fietst, is dit dan ook weer geen geheel onlogische move.
Sollicitatie
“Klopt, zegt Swings. “Fietsen is zeker een alternatieve training voor mij, naast het skeeleren. Maar een koers rijden achter een derny is natuurlijk nog een ander paar mouwen. Dat wordt dus een gezonde dosis stress. Maar ik ben in goeie handen, want ik heb al een paar trainingen ingelast met Walter Huybrechts. Zo leerde hij alvast de wattages kennen die ik kan trappen. In het dernycriterium zelf zal ik tegen jongens komen te staan die net de Tour hebben gereden. Het is moeilijk te zeggen welke rol van betekenis ik daar ga kunnen spelen, maar eigenlijk ben ik daar vooralsnog niet mee bezig.”
“Het wordt een unieke ervaring voor mij om met al die profrenners rondjes te draaien. Ik ga dus ook proberen genieten van daar te koersen. Hopelijk gaan mijn tegenstanders het mij niet té lastig maken, bij deze dus een open sollicitatie om het rustig aan te doen. (lacht) Maar ik zal me goed kunnen voorbereiden, want ik heb net mijn trainingsschema gekregen naar aanloop van het WK Skeeleren en ik heb gezien dat er weer veel fietsen op staat.”
Proeven, en dan…
Swings volgt de koers wel op de voet. “Ik volg de koers en vooral ook de grote rondes al van kindsbeen af. Koersen als de Tour en de Giro volg ik altijd vanuit mijn zetel, de ideale rustmomenten na een training. Ik volg het wielrennen dus van heel dichtbij en weet wel hoe het er ongeveer aan toe gaat. Daarom ben ik ook heel blij dat ik nu die kans krijg om eens echt een wedstrijd te rijden. Als het meevalt, wil ik het in de toekomst nog vaker doen. Misschien sluit ik volgend jaar dan wel eens aan bij de elite zonder contract, wie weet. Maar dus eerst eens proeven….”
Kan niet anders dan dat zal meevallen. “Mijn testen bij Energy Lab tonen aan dat ik wel redelijk wat wattages kan trappen”, licht Swings toe. “Ik doe gemiddeld 3 tot 4 fietstrainingen per week, maar ga wel zelden boven de 4 uur. Gelukkig is dat voor een dernycriterium ook niet nodig. Het is belangrijk dat ik op training geregeld eens 6 minuten helemaal in verzuring kan gaan. Fietsers gebruiken dezelfde spiergroepen als schaatsers, maar de bewegingen zijn wel statischer, waardoor ik andere omwentelingen trap. Wij gebruiken doorgaans ook meer de bilspieren en minder de kuiten. Maar ik trap in een sprint wel tot 1.400 Watt. Dat is niet superhoog, maar ook niet zo slecht.”
Fotomateriaal: Guido De Meyer.
Interview: Yves Brokken van Wielerverhaal.com
